Wie regelmatig vist in het oosten van Frankrijk is beslist al eens geconfronteerd geweest met het gulzige en verwoestende aasgedrag van katvissen. De kleine en verre uit Amerika afkomstige neef van de Europese meerval. (zie foto)
Elke rivier, plas of meer in die regio herbergt een niet geringe concentratie van deze kwelduivels. Bij warm weer zie je ze niet zelden in grote zwarte wolken net onder de wateroppervlakte hangen. Met hun tandjes van schuurpapier zijn ze een ware gesel voor ons karpervissers.
Ze vreten je haakboilies in geen tijd weg. Tijgernoten zijn een goed alternatief, want dat is een aas dat ze doorgaans met rust laten, maar op veel van deze wateren zorgen ze enkel nog voor wat troostprijzen, de karpers zijn er net een keer teveel op gevangen om nog heel erg effectief te zijn.
Het zorgt voor kopbrekens en je gaat tot in het diepste krochten van je brein op zoek naar oplossingen. Je weet dat je door flink te voeren met een kwaliteitsboilie ongetwijfeld vis op kant krijgt ware het niet dat duizenden, tienduizenden zelfs, van de hongerige poison chats meteen gaan blazen en zich verzamelen zodra ze een boiliegeur in hun neusgaten voelen prikkelen. Je kan dan zulke grote hoeveelheden voeren dat ze een tijdje bezig blijven, maar je haakaas wordt op korte termijn sowieso kaalgeplukt.
Oostelijke katvis perikelen
- Hits: 13575
Oostelijke katvisperikelen

.
Hoe hard het ook is, hoe lang je het ook laat uitharden in de brandende zon. Van zodra het aas water opneemt wordt hij beetje bij beetje zacht en wordt het een speelbal van de kleine monsters. Het is trouwens oppassen geblazen wanneer je er één dient te onthaken. Ze hebben pijnlijke stekels op de rug die bovendien giftig zijn. Een prik zal je gegarandeerd een pijnlijk gevoel bezorgen. Bij sommige mensen veroorzaken ze zelfs een allergische reactie met rode pijnlijke zwellingen tot gevolg. Uitkijken geblazen dus!

.
Nu heb ik in de loop der jaren al eerder te maken gehad met dit fenomeen, maar het is nooit van die aard geweest dat het vissen onmogelijk werd gemaakt. Echter afgelopen jaar, op dat ene water was het zo erg dat ze je kansen werkelijk door je neus boorden. Na circa twee uur zat je met een kale haak te vissen. Gelukkig was mijn vismaat Geert Ooms, terdege voorbereid op deze problematiek. Hij had er vaker gevist, was ermee vertrouwd en was met een lumineus idee op de proppen gekomen. Via zijn werk was hij in contact gekomen met mega-krimpkousstrips. Hij kon ze bekomen tot 30 mm. Doorschijnend bovendien. Het kwam er op aan om elke haakboilie te voorzien van een krimpkousband. De gewenste breedte werd van de strip geknipt, over de haakboilie geschoven en vervolgens een minuut of zo ondergedompeld in kokend water, waarna de strip doorprikt werd om de boilie zo op de hair te schuiven. Op die manier legde hij een filter om het grootste deel van het aas heen en dat stelde ons in staat om veel langer dan anders met weliswaar een in omvang verkleinde boilie te blijven vissen, maar we hadden tenminste iets eetbaars aan de haak hangen. En dat het vis opleverde werd snel duidelijk want die vervelende mormels werden een hak gezet en de karpers kwamen met de regelmaat van de klok op de kant. In eerste instantie ruilden we na elke gevangen vis het overgebleven aasbandje in voor een nieuwe boilie, maar al gauw bleek dat er ook prima verder te vissen viel met de stripjes boilie (zie foto).

Zo werd een sessie die in eerste instantie leek uit te draaien op een flop toch nog omgezet in een succesvolle trip. Geert ving enkele bakken waarvan één van het toplaagkaliber. Deze van mij waren ietsje bescheidener van gewicht maar met een reeks dertigers en een veertiger kon ik blij en dankbaar terugkeren.
De mooiste was tevens kleinste van de sessie, een weelderig beschubde spiegel van rond de 6 kg ( zie foto).
Ik heb het water later nog eens opnieuw bezocht, had meer en nog grotere boilies bij en een paar meter mega-krimpkous.
Mid-zomer zijnde was de watertemperatuur nog een stuk hoger en de vermaledijde poison chats nog actiever. Maar de krimpkousbandjes boden ook nu weer uitkomst en brachten een dozijn vissen op kant tot net geen veertig pond, zie onderstaande foto.
Zonder deze oplossing was het resultaat beslist een flink stuk minder rooskleurig geweest.
Alijn Danau
